Oprichting

In de Gouden Eeuw kregen mensen behoefte aan een permanent theater- en Concertgebouw. Daarom deed Jan Harensz Krul een poging in 1634 om een ‘muziekkamer’ op te richten, wat uiteindelijk mislukte. 

Ze besloten de in plaats van de academie plaats te maken voor de eerste stenen stadsschouwburg. Jacob van Campen ontwierp een eenvoudig permanent theater ter vervanging van Coster’s academie. De kosten van de bouw bedroegen 30.138 gulden. De stadsschouwburg zou worden geopend in december 1637 met een speciaal stuk geschreven door Vondel voor de opening, het stuk Gijsbrecht van Aemstel. Door protesten van de kerkraad ging de opening in december 1637 niet door. Uiteindelijk werd de schouwburg geopend op 3 januari 1638.

File:Schouwbrug van campen2.jpg