Punk

Oorsprong

Punk, ook wel punkrock genoemd is een ruwe vorm van de rockmuziek. Het was een muzikale maar ook een sociaal verschijnsel. De jonge generatie was ontevreden, met name in Engeland. Punk werd daar dan ook snel populairder. Er was een teruggang in de economie in Engeland. De mensen bezitten steeds minder en de jongeren verzetten zich tegen de mensen die wel geld hadden. Hun reactie was heftig. Dus de punkmuziek was ook heftig. In 1975 werd Punk in Engeland bekend en 2 jaar later brak Punk ook door bij ons.

 

Mensen die 'punk' zijn heten punks, of in het Nederlands punkers. Het woord 'punk' werd voor het eerst gebruikt in 1970 toen Nick Tosches het in verband bracht met luidruchtige popmuziek. Hij deed dat in een artikel voor het Amerikaanse muziektijdschrift Fusion, met een artikel getiteld: The Punk Muse: The True Story of Protopathic Spiff Including the Lowdown on the Trouble-Making Five-Percent of Amerika's Youth.

 

Mede dankzij de Engelse kunstenaar-broekenverkoper-mediamanipulator Malcolm McLaren verwijst de term vanaf 1976 naar een stroming binnen de jongerencultuur.

 

Punk is Engels voor tuig, schorem. Punkers staan dan ook niet echt bekend als braveriken. De punkers zetten zich tegen de nette muziek die normaal was in de tijd dat de punkmuziek is ontstaan. Om muziek te maken had je een opleiding nodig. De punkers pakten gewoon een gitaar, of je wel of niet kon spelen. Punk had helemaal een doe-het-zelf-mentaliteit (autonoom zijn). Ze wilden zich niet aanpassen aan de gewone mensen en wilden onafhankelijk zijn

Kenmerken van punk

Het opvallendste kenmerk van de punkmuziek is dat de muziek eigenlijk heel simpel is, en dat iedereen het kan. De muziek van vóór de punk zat vaak zo ingewikkeld in elkaar dat het leek alsof je eerst jaren op de muziekschool en het conservatorium gezeten moest hebben wilde je een band beginnen of zelfs maar liedjes na spelen. Met de punk veranderde dit totaal. Punk was simpel, snel en voor iedereen toegankelijk. Een goede stem was ook niet nodig, uiteindelijk kwam het toch neer op schreeuwen. En niemand vond dit erg.

 

Vooral de punk uit de beginperiode was erg simpel. Dit waren vaak maar een paar powerchords (akkoorden bestaande uit de 2 of 3 tonen op de laagste snaren van een barréakkoord, open akkoorden werden amper gebruikt). Een punkband bestond meestal uit een slaggitarist, een basgitarist en een drummer. In punknummers werden amper solo’s gespeeld en intro’s waren vaak ook niet hoogdravend. Het was gewoon direct gaan.

Teksten waren vaak politiek getint en gingen ook over de idealen van punk. Ook in de teksten werd de haat tegen de maatschappij en het depressieve toekomstbeeld geuit (“No future, no future, no future for you” Sex Pistols – Anarchy in the UK).

 

 

De punkers hadden ook een heel aparte en vooral eigen stijl. Zij wilden er niet uitzien zoals de rest. Dit zag je ook duidelijk terug in de kleding: kettingen, veiligheidsspelden met gescheurde shirts en broeken, felle kleuren, buttons, nethemden, legerkisten of laarzen. Maar ook de haardracht was heel apart: haren in felle verschillende kleuren geverfd en opgekamd in een hanekam met veel haarvet.
Het lukte de punkers om heel opvallend en extreem te zijn. En te laten zien dat je niet zomaar moet meelopen met iedereen, maar zelf te leven zoals je wilt en eruit te zien zoals jij wilt.