Schouwburg na 1665
De schouwburg van Van Campen deed to 1664 dienst, het werd toen duidelijk dat de schouwburg te klein was en niet aansloot bij het barokke ideaal van de tijd.
De eerste steen werd gelegd door de dochter van toneelschrijver Jan Vos. De nieuwe schouwburg werd geopend in 1665, de schouwburg was twee keer zo groot als de oude. Het nieuwe gebouw had een oppervlak van 18,5 bij 44 meter, het podium was een kwartslag gedraaid ten opzichte van de oude schouwburg. De populaire schilder, gedurende de tweede helft van de 17e eeuw, Gerard de Lairesse hielp met het interieur.
Het was voor buitenlandse gezelschappen niet toegestaan in de schouwburg op te treden. De vijandelijkheden gedurende de Tachtigjarige oorlog en het daarmee samenhangende anti- papisme, sterk rooms katholiek pausgezind is, bleven van invloed op het repertoire. Er mochten geen stukken met politieke lading of met een godsdienstige inhoud worden opgevoerd. Door het verbod op bijbelse toneelstukken konden er veel werken van Vondel niet worden uitgevoerd. De schouwburg werd in het rampjaar gesloten vanwege de buitenlandse dreiging en de economische crisis die daarop volgde. in 1677 ging de schouwburg weer open. In de 18e eeuw werd er steeds vaker gedanst tijdens en na de de voorstelling, eerst door de acteurs en later door gespecialiseerde dansers. In 1729 ontstonden er weer problemen over het stuk Gijsbrecht, veel passages waarin God werd aangeroepen werden geschrapt alleen enkele verwijzingen naar Maria mochten blijven. IN 1745 drongen de predikanten weer aan op een sluiting van de schouwburg, die werd in 1749 ongedaan gemaakt.