1893: Jan Klaassen en Katrijn

Janus Cabalt krijgt van de gemeente Amsterdam toestemming om poppenkastvoorstellingen op de Dam uit te voeren. Deze voorstelling heet: Jan Klaassen en Katrijn! Hij had een vaste plek voor het paleis, maar had daarvoor ook op de Botermarkt, in de Duvelshoek en voor de deftige huizen langs de Heeren- en Keizersgracht gespeeld. Deze straatpoppenkast is draagbaar en kan dus makkelijk verplaatst worden naar de plekken waar het meeste volk kwam. Omdat in de poppenkast veel actie en rumoer was, werd het publiek aangetrokken. Als de poppenspelers een vergunning hadden was er geen probleem, maar helaas was die er niet altijd en kregen ze problemen met de politie.