Doorbraak van de moderne dans

Ongeveer een half jaar nadat Live in première was gegaan, in november 1979, waren bij een aantal nieuwe, kleine dansgezelschappen ook belangrijke premières te zien. Dit betekende de definitieve doorbraak van de moderne dans in Nederland. Het ging om Lines, van Dansgroep Krisztina de Châtel en om Lopen, van Stichting Dansproduktie. De van oorsprong Hongaarse choreografe Krisztine de Châtel maakte Lines in samenwerking met de beeldend kunstenaar Jan van Munster. Binnen een vierkant van zestien verticale neonbuizen creëerde De Châtel een abstracte, conceptuele choreografie voor voor vijf dansers die was opgebouwd die was opgebouwd uit minimale gerepeteerde bewegingsfrasen. In het begin in stilte, maar daarna begeleid door 'minimal music' van Philip Glass. Lopenvan Stichting Dansproduktie was een collectief tot stand gebrachte choreografie van vijf danseressen, in samenwerking met de componist Henk van Meulen. Ze baseerden zich daarbij op urenlange wandelingen door de stad. Zo ontstond een pure, geïmproviseerde bewegingspositie. Een aantal leden van het collectief had een deel van hun opleiding in New York gevolgd. Met hun collectieve werkwijze, eerder al toegepast door Het werkteater, werd Stichting Dansproduktie een voorbeeld voor veel andere dansgroepen die zich in de jaren tachtig aandienden en waar een klein maar trouw publiek voor was

Bestand:Repro-50xxxxx42.0014r.jpg